ZO ZIT DAT

‘MANTELZORGER, MAAK GEBRUIK VAN HET ZORGVERLOF’

Tekst Frank Smit Illustratie Rhonald Blommesteijn

‘MENSEN ZIJN OVER HUN EIGEN GRENZEN HEENGEGAAN, ZE LOPEN OP HUN TANDVLEES’

Miljoenen Nederlanders zorgen voor een naaste. Vaak met kleine dingen zoals boodschappen doen maar soms ook intensief. Minder dan tien procent van de mantelzorgers maakt gebruik van de wettelijke verlofregelingen die er voor hen zijn.

Als je regelmatig zorgt voor een naaste, zoals een vriend, buurvrouw of familielid noemen we dat mantelzorg. In Nederland is een op de vier werkenden mantelzorger. Bij mensen werkzaam in de zorg is dit zelfs een op de drie. De term ‘mantelzorg’ werd bedacht door arts Joop Hattinga Verschure. Hij herkende de waarde van zorg door de mensen in onze sociale omgeving en noemde dit mantelzorg: de zorg die mensen verwarmt, omdat ze elkaar er “als een mantel mee omgeven”.

Mantelzorg komt dus voort uit de relatie die je met iemand hebt. En dat is het grote verschil met vrijwilligerswerk, waar je zelf voor kiest. Mantelzorg overkomt je, omdat iemand waarvan je houdt zorg nodig blijkt te hebben. Vaak gaat het om kleine dingen zoals het doen van een boodschap, helpen bij de administratie of het huis schoonmaken. Maar intensiever kan ook. Denk bijvoorbeeld aan verpleegkundige handelingen: helpen bij het douchen en aankleden, medicatie toedienen of zelfs een wond verzorgen.

NIETS NIEUWS

Mantelzorg is niets nieuws. Al in vroeger tijden was het heel normaal dat kinderen hun ouders in huis namen om voor ze te kunnen zorgen. En met enige regelmaat een boodschap doen voor een zieke buurvrouw is ook niet iets dat pas de laatste jaren de kop opsteekt. Wat wel is veranderd is de mate waarin we er afhankelijk van zijn geworden. Die is de laatste jaren een stuk groter dan voorheen. De oorzaak: geld, uiteraard. In 2015 introduceerde kabinet Rutte II het plan om af te stappen van de bestaande verzorgingsstaat. In plaats daarvan werd vol ingezet op de participatiesamenleving. Het idee: voortaan niet te snel meer aankloppen bij de gemeente of een zorgverlener, maar eerst in je sociale netwerk kijken of iemand je kan helpen. Pas als het echt niet anders kan springt de overheid bij.

Het plan werd gepresenteerd als het ei van Columbus om de druk op de zorg te verlichten en de kosten te verlagen. Punt is alleen: ook vóór dit plan bestond er al mantelzorg. Ook toen al werd pas een beroep op de overheid gedaan als het écht niet anders kon. Het is dus de vraag of dit plan daadwerkelijk zoden aan de dijk heeft gezet.

OP HET TANDVLEES

Veel mensen kunnen wel een helpende hand in hun omgeving vinden. Maar als je zo’n netwerk niet hebt, of niet met de geschikte mensen, dan heb je een groot probleem. Jessica van Ruitenburg, beleidsadviseur Arbeidsmarkt bij de FNV, geeft een voorbeeld: ‘Je kunt bij een vrouw van 103 toch niet verwachten dat haar dochter van 81 komt schoonmaken? Die dochter heeft zelf ook recht op zorg!’

‘Mantelzorg is niet iets om tegen te zijn’, vervolgt ze. ‘Mensen vinden het vaak juist fijn als ze geholpen of verzorgd worden door iemand die ze goed kennen. En andersom is het ook fijn om iemand waarvan je houdt te helpen. Maar dat moeten we niet te ver oprekken. Dat zien we nu ook weer gebeuren tijdens de coronaperiode. Professionele zorg is grotendeels afgeschaald, ook in de thuiszorg en verpleeghuizen. Mantelzorgers hebben veel van die werkzaamheden overgenomen. Zorgorganisaties en werkgevers zeggen nu: dat ging prima, dat kunnen ze blijven doen. Maar dat kan echt niet zomaar, dit is geen structurele oplossing. Die mensen zijn over hun eigen grenzen heengegaan, ze lopen op hun tandvlees.’

BALANS HOUDEN

Om je te helpen niet over die grenzen heen te gaan is het belangrijk een goede balans te houden tussen werk en privé. Wat daarbij kan helpen is het opnemen van zorgverlof. Dat is er in twee smaken: kortdurend en langdurend. In beide gevallen geldt dat je werkgever dit verlof niet mag weigeren. Bij kortdurend zorgverlof word je salaris voor 70 procent doorbetaald. Hier heb je twee werkweken per jaar recht op. Daarnaast heb je ook nog zes werkweken langdurig zorgverlof. Dit verlof is in de basis onbetaald. In de basis, want in sommige cao’s zijn aanvullende afspraken gemaakt.

‘In de cao Ziekenhuizen is bijvoorbeeld een forse mantelzorgparagraaf opgenomen’, weet Jessica. ‘Medewerkers krijgen onder andere doorbetaald wanneer ze iemand bijstaan met palliatieve zorg. Ook is afgesproken dat de werkgever moet zorgen voor vervanging. Want dat is nou net zo’n ding waarom mensen het lastig vinden om zorgverlof op te nemen: dat collega’s worden belast met extra werk door jouw zorgtaken. Van dat taboe moeten we af. Daarom is het belangrijk dat we met de politiek en in cao’s afspraken maken. Denk aan flexibele werktijden, doorbetaald zorgverlof, tijdelijk minder werken, vervanging. Zo voorkom je dat iemand naast een drukke baan in de vrije uren ook nog eens zorgtaken moet verrichten en zichzelf voorbijloopt. Dat is ook in het belang van de werkgever, want aan een opgebrande werknemer heeft hij ook niets.’

INFORMATIE: MANTELZORG.NL

Heb je vragen over welke rechten jij hebt bij je werkgever? Neem contact op met de FNV: 088 - 368 0 368 (elke werkdag van 08:30 tot 17:30 uur bereikbaar).


In 2019 verleenden zo’n 5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder mantelzorg

Bron: MantelzorgNL


Minder dan 10 % van de mantelzorgers maakt gebruik van de wettelijke verlofregelingen

Bron: Stichting Werk&mantelzorg


1 op de 4 werkenden combineert het werk met mantelzorgtaken

Bron: SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau)


73 % van de werkende mantelzorgers vindt werk goed te combineren met mantelzorg

Bron: MantelzorgNL


11 % van de werkende mantelzorgers onderbreekt dagelijks of wekelijks het werk om hulp te bieden en zorgtaken uit te voeren

Bron: Stichting Werk&mantelzorg


Jeannine Rieteco is mantelzorger

‘IK PROBEER ALLES BUITEN WERKTIJD TE DOEN’


Jeannine Rieteco (58) werkt fulltime als logistiek planner. Sinds 2013 is ze mantelzorger. Eerst voor haar moeder, later voor drie andere vrouwen, waaronder haar tante.

‘Verzorgen zit in me. Ik word er blij van als ik anderen kan helpen. De meeste tijd besteed ik aan m’n tante. Ze is tachtig, haar kinderen komen niet meer. We eten samen, ik doe de boodschappen, strijk, afwas, doe haar haar. Daarnaast help ik de 91-jarige moeder van een vriendin. Dat werk is wel minder nu haar kleindochter de meeste taken heeft overgenomen. Dan heb ik nog een dame van 85 jaar waar ik vooral veel papierwerk voor doe. Wmo en thuiszorg regelen, administratie of een boodschap doen. En net als bij de anderen een luisterend oor bieden.’

‘Ik probeer alles buiten werktijd om te doen. M’n baas is gelukkig flexibel, hoewel daar natuurlijk wel een grens aan zit. Zorgverlof? Daar heb ik nooit eerder van gehoord. Het gaat ook nog steeds goed. Dan wil ik niet ergens gebruik van maken terwijl dat niet nodig is. Maar ik moet zeggen dat ik het soms wel een beetje te veel vind. Ik zou ook wel eens een dagje willen winkelen. Maar als ik dat aangeef raakt m’n tante helemaal van streek. Wie zorgt er dan voor de boodschappen? Wie doet m’n haar dan? Ja, dan doe ik het toch maar weer niet…’

Deel deze pagina