FINANCIËLE TOPMANNEN SCOREN OP LIJST “FAT CATS”

De financiële sector is “goed” vertegenwoordigd op de lijst met ceo’s die al binnen een paar dagen hebben verdiend waar hun laagst betaalde medewerkers een jaar voor moeten werken. Vier van de veertien plaatsen op deze lijst worden ingenomen door de topmannen van Aegon, ING, ABN AMRO, Rabobank en ING.

Het is dan wel geen goud, zilver of brons geworden, maar met een vijfde, achtste, tiende en elfde plaats scoort de financiële sector behoorlijk goed op de lijst van veertien meest verdienende ceo’s. Op deze lijst vergelijkt vakbond FNV sinds 2020 elk jaar de inkomens van de ceo’s van de meest invloedrijke ondernemingen in Nederland met het wettelijk minimumloon. De uitkomsten worden gepresenteerd op Fat Cat Day, de dag waarop deze veertien gemiddeld net zoveel verdiend hebben als iemand met een minimum jaarloon. Fat Cat Day viel dit jaar op vrijdag 6 januari jongstleden. De bond vroeg die dag opnieuw aandacht voor de scheefgroei in Nederland.

2 januari, 04.08 uur

Nummer één op de lijst van grootverdieners is de hoogste baas van Shell, Wael Sawan. Hij had op 2 januari om 04.08 uur al een minimum jaarloon op zak. Goede tweede was ceo Frans Muller van Ahold Delhaize, die op 2 januari om 07.23 uur deze inkomensgrens passeerde. Deze heren verdienen jaarlijks respectievelijk ruim 7 en iets meer dan 6 miljoen euro. Goede derde is ceo Roy Jakobs van Philips met bijna 5,5 miljoen euro.

Op een respectabele vijfde plek staat hoogste baas Lard Friese van Aegon met een inkomen van meer dan 3,7 miljoen euro. Dit betekent dat hij al op 3 januari 2023 evenveel had verdiend als zijn medewerkers met een minimum inkomen in een jaar. Iets verderop volgen Steven van Rijswijk (ING, achtste plaats, 2,7 miljoen, 4 januari), Stefaan Decraene (Rabobank, tiende plaats, 1,3 miljoen, 8 januari) en Robert Swaak (ABN AMRO, elfde plaats, 1 miljoen, 9 januari).

Naast de hierboven genoemde namen maken de ceo’s van Randstad, KPN, DSM, PostNL, KLM, Schiphol en NS de lijst compleet.

Kloof verdiept zich

Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter FNV, ziet dat de cultuur binnen organisaties om medewerkers op een zo lang mogelijk loon te houden nog altijd wijdverbreid is. Zo wijst hij met een beschuldigende vinger naar onder andere PostNL, ‘dat nog steeds weigert om minimaal 14 euro per uur te betalen. Bij KPN, Aegon en banken wordt het werk uitbesteed om kosten te drukken; bij banken is dat bijvoorbeeld aan callcentra waar mensen steeds vaker met loonbeslag te maken hebben.’

‘De kloof tussen de top en de werkvloer verdiept zich’, concludeert Boufangacha. ‘De bedrijfstop en aandeelhouders cashen, terwijl de mensen met weinig inkomen die de winsten mogelijk maken zelf elke cent nodig hebben om rond te kunnen komen. Dit leidt tot cao-conflicten, omdat werknemers geen fatsoenlijk loonbod krijgen waarmee ze hun rekeningen kunnen betalen. Zij moeten met toeslagen en de voedselbank het einde van de maand zien te halen. Wij zetten ons als FNV dagelijks in voor een eerlijk loon, samen mét onze leden. Want Nederland verdient beter.’